Inhoud
Beeldspraak
Beeldspraak is een taalmiddel waarbij iets of iemand (het verbeelde) wordt vergeleken met iets of iemand anders (het beeld); beeldspraak berust altijd op een bepaalde overeenkomst tussen twee zaken: 'Die kerel is als een boom' vergelijking tussen 'kerel' (verbeelde) en 'boom' (beeld); de overeenkomst is dat beide groot zijn.
Oefenblad
Oefening met beeldspraak na de theorie
Metonymia
Bij deze vorm van beeldspraak is geen sprake van een vergelijking en van een overeenkomst; veelal is er wel een bepaalde betrekking tussen het beeld en het verbeelde: Wil je nog een kopje? (bedoeld is de inhoud van het kopje) Nederland won gisteren met 3-0! (bedoeld is het team van Nederlandse spelers).
Er zijn zes soorten metonymia:
- Producent i.p.v. product;
- Deel i.p.v. geheel;
- Geheel i.p.v. deel;
- Verpakking i.p.v. inhoud;
- Plaats van herkomst i.p.v. product;
- Materiaal i.p.v. voorwerp.
Een andere benadering. De meest voorkomende betrekkingen tussen “beeld” en “verbeelde” zijn de volgende:
1. Men bedoelt een voorwerp, maar men noemt het materiaal waarvan het voorwerp gemaakt is.
Voorbeeld: We hebben een paar dagen lekker kunnen schaatsen maar ik heb mijn ijzers nu maar weer ingevet.
2. Men bedoelt de inhoud, maar men noemt het voorwerp.
Voorbeeld: Zullen we nog een glaasje drinken?
3. Men bedoelt een voorwerp, maar men noemt de maker.
Voorbeeld: Hij bezat een echte Van Gogh, een oude Ford en een valse Stradivarius.
4. Men bedoelt het geheel, maar men noemt slechts een deel.
Voorbeelden: Even de neuzen tellen. Die kale speelt goed vandaag.
5. Men bedoelt een deel, maar men noemt het geheel.
Voorbeeld: Nederland won met 4 - 0 van België.
6. Men bedoelt meervoud, maar men noemt enkelvoud.
Voorbeeld: De Nederlander is zo gek nog niet.
7. Men bedoelt het bezit, maar men noemt de bezitter.
Voorbeeld: Onze buurman is gisteren afgebrand.
8. Men bedoelt een groep, maar men noemt de leider. Hitler rukte razendsnel op naar de Russische grens.
Personificatie
Bijzonder metafoor. Je geeft iets levenloos eigenschappen of karaktertrekken van een levend wezen.
- De regen fluistert in het riet.
- Achter de wuivende duinenlijn stoeien de wind en de wilde zee. (P.C. Boutens)
- De wind floot door de takken.
- Soms lacht de toekomst je toe.
Metafoor
Overgenomen van het Griekse metafôra (overdracht van betekenis).
Je geeft iets rechtstreeks de naam van iets anders, omdat er overeenkomst is. In de zin staat nu alleen het beeld.
De beesten(leerlingen,supporters) richtten grote schade aan. (metafoor).
De auteur gebruikt dus een ander woord voor wat hij bedoelt: tussen die twee is er een betekenisovereenkomst. De metafoor is eigenlijk een vergelijking, maar zonder ‘als’ en waarin de werkelijkheid dikwijls verzwegen wordt, bijvoorbeeld:
- het schip der woestijn (de kameel)
- de avond valt (de tijd van sterven nadert)
- de koning van de wildernis (de leeuw)
- vrouwe Justitia (het gerecht)
- de toekomst ziet er somber uit (onheilspellend)
- de neus van een schoen (de neus = beeld; de punt van een schoen = verzwegen werkelijkheid)
- Onze heilige koeien zouden eens wat minder benzine moeten drinken. (auto's)
- Die badmuts doet het goed vandaag. (man met kaal hoofd)
Uitdrukkingen en scheldwoorden zijn vaak een metafoor: - Na die mislukking zat hij met de handen in het haar. - Smeerlap !
Vergelijking met als
'Hij voelde zich als een vis in het water' (schematisch weergegeven: V - als - B) i.p.v. als gebruikt men ook vaak synoniemen: zoals, evenals, gelijk. Voorbeeld:
- 'Zoals de ouden zongen, piepen de jongen'
- De zon gaat onder als een gouden bal
- De vijand kwam als een dief in de nacht.
- Lachen als een boer die kiespijn heeft.
- Hij ging er als een haas vandoor.
Vergelijking zonder als
Bij deze vergelijking worden beeld en verbeelde niet met elkaar verbonden door als
… Johan, een angstige wezel, …. … Tibet, het dak van de wereld, ……
Van vergelijking
Voorbeeld:
- Een boom van een kerel (van achteren naar voren lezen: die kerel is een boom).
- Jantje is een schat van een kind.
Homerische vergelijking
Een lang uitgesponnen vergelijking.
Voorbeeld: zoals de zon in mei, de warme zomerdag in juni, en de stranddag in juli, zo heb ik graag een vrije dag.
Allegorie
Is een lange metafoor / personificatie, de hele tekst volgehouden. (N.B.: Het verschil tussen een homerische vergelijking en allegorie is dus: de homerische vergelijking is een vergelijking, de allegorie een metafoor in engere zin; de homerische vergelijking is een deel van het kunstwerk, de allegorie is het gehele kunstwerk.)
Synesthesie
Synesthesie berust op het verbonden zijn van de indruk van een bepaald zintuig met die van een ander zintuig, b.v. gehoor met zicht, gevoel met gehoor. In de plaats van een woord dat b.v. een gezichtsindruk moet weergeven, wordt een woord gebruikt dat een gehoorindruk weergeeft.
- Knalrood (zo rood, de rode kleur maakt zo'n indruk alsof je een knal hoort). (gehoor - visueel)
- bittere woorden (smaak - gehoor)
- schreeuwende kleuren (gehoor - visueel)
- Bittere verwijten. (smaken - horen)
- Een scherpe geur. (voelen - ruiken)