Trema
- Bij een trema komen er boven de klinker twee puntjes te staan: ä - ö - ë.
- Het trema gebruik je om een reeks klinkers los van elkaar te lezen: financiële, beïnvloeding.
- Het trema gebruik je wanneer er onduidelijkheid kan bestaan over de uitspraak. Het wordt dan op de tweede van twee opeenvolgende klinkers geplaatst.
Voorbeelden:
Reunie. Je zegt re-u-nie en geen reu-nie. Je hoort al dat de -u los staat van de -e, dus plaats je een trema: reünie Geindustrialiseerd. Je zegt ge-in-du… en geen gein-du… Ook hier hoor je dat de -i los staat van de -e, dus: geïndustrialiseerd
Trema bij meervoudswoorden
Let bij meervoudswoorden op de klemtoon om te bepalen wáár het trema komt. Wanneer de klemtoon niet op de laatste lettergreep ligt, komt het trema meteen op de eerste 'e': olie, dus oliën, financien, dus financiën. Je voegt er dus geen ë aan toe! Ligt het accent op de slot-ie, dan 'ë' toevoegen: democratie dus democratieën, drie dus drieën
Let op:
niet altijd moet je een klinkerreeks los van elkaar lezen. Kijk maar naar het volgende voorbeeld.
Industrieel. Als je hier de klinkers 'los zou maken' zou je krijgen: industrie-el (maar bij verbuiging wordt het weer 'industriële)
Verder plaats je geen trema wanneer:
- er geen uitspraakproblemen dreigen
- het woorden betreft van Nederlandse herkomst waarbij twee i's op elkaar stoten: voltooiing, buiig, heiig, draaiing etc.
- het woord een samenstelling betreft. In dat geval plaats je een onderbrekingsstreepje: zeeëgel wordt zee-egel, naäpen wordt na-apen