Inhoud
Komma
Plaats komma's in de volgende situaties:
1. Komma in opsommingen
De komma gebruik je in opsommingen waar je eventueel het woordje en of of zou kunnen plaatsen:
Ik kocht een boek, een nieuwe trui, een overjas en twee paar sokken. (..een boek en een nieuwe trui en een overjas en..)
Ze wilde graag de opera, het stadhuis of het museum bekijken.
(..de opera of het stadhuis of het museum..)
Het volgende voorbeeld bevat ook een opsomming:
Langs de weg stonden oude, scheefgegroeide bomen. (oud en scheefgegroeid) Jan kocht een boek, Cor kocht een plaat (Jan kocht een boek en Cor...)
Voor en en of kan de komma achterwege blijven!
Jan fietste en Adrie liep.
Wil je zwemmen of wil je liever tennissen
2. Komma als scheidingsteken
In lange zinnen (zinnen met meerdere persoonsvormen/samengestelde zinnen) is het raadzaam scheidingen aan te brengen met komma's. Het gaat dan om zinnen die eigenlijk een combinatie zijn van meer zinnen.
Ze wilde niet naar de film, omdat ze bang was haar ex-vriend te ontmoeten.
Ze wilde niet naar de film. Ze was bang haar ex-vriend te ontmoeten.
De bovenste zin is een combinatie van twee zinnen. De zin bevat twee persoonsvormen (wilde en was).
Twee zinnen kun je aan elkaar plakken door middel van een voegwoord (bijv.: want, hoewel, omdat, doordat, opdat). Plaats v¢¢r het voegwoord altijd een komma:
- Jan vertrok weer snel, zodat we nog over hem konden roddelen.
- Ik ben geslaagd, want de onvoldoende voor Frans wordt niet meegerekend.
Combinatie van zinnen is ook mogelijk met het voegwoord aan het begin van de zin.
- Omdat het slecht weer wordt, gaan we naar huis.
- Het wordt slecht weer.
- We gaan naar huis.
De beide persoonsvormen (wordt en gaan,) botsen: plaats altijd een komma tussen twee persoonsvormen.
Gebruik je het woordje DAT als voegwoord, dan blijft de komma achterwege.
Ik hoorde dat je geslaagd bent voor je examen.
3. Komma bij extra informatie
Een derde gebruik van komma's betreft extra informatie in zinnen. Deze informatie springt er meestal uit door de intonatie (kleine pauzes) en kan weggelaten worden, zonder dat de zin wezenlijk verandert. Het extra is in veel gevallen een zogenaamde bijstelling.
- In 1953, het jaar van de grote watersnood in Zeeland, zag zij het levenslicht.
extra: het jaar van de grote watersnood in Zeeland
- Hij heeft, zonder het te weten, de code verraden.
extra: zonder het te weten
- Mijn vader, die automonteur is, kon de fiets snel repareren.
Extra: die automonteur is
4. Komma bij aangesproken persoon en tussenwerpsel
Jan, wil je nog even naar de slager lopen? Helaas, Peter is al naar binnen gegaan.
Jan is de aangesproken persoon. Helaas het tussenwerpsel.
5. Komma in brieven
Tot slot nog de rol die de komma speelt in brieven. De aanhef en de afsluiting van een brief worden gevolgd door een komma:
Geachte heer, …
Hoogachtend, …