Inhoud
Bijzondere samenstellingen en afleidingen
Een liggend streepje gebruik je bij:
Voorbepalingen
a.bijna-, ex-, niet-, non-, oud-, Sint-, Sinte-, sint-
Samenstellingen met als linkerlid een van de elementen bijna-, ex- (in de betekenis voormalig), niet-, non-, oud- (in de betekenis voormalig), Sint-, Sinte-, sint- als linkerlid krijgen een liggend streepje.
Enkele voorbeelden: bijna-crisis, bijna-doodervaring, ex-manager, ex-collega, niet-begrijpend, niet-roker, niet-rokerscoupé, non-profitorganisatie, non-stop, oud-collega,oud-notaris, Sint-Jozef, Sint-Anna, Sinte-Clara, sint-bernardshond
b.adjunct, aspirant, chef, interim, kandidaat, stagiair, substituut
Samenstellingen met als linkerlid een van de elementen adjunct, aspirant, chef,kandidaat, stagiair, substituut krijgen altijd een streepje wanneer het linkerlid aangeeft op welke wijze het door het rechterlid genoemde van toepassing is op de referent (persoonsbenaming) van de gehele woordgroep. Zo is een kandidaat-voorzitter iemand die kandidaat is om voorzitter te zijn of worden. Bij interim komt er een streepje wanneer het gaat om de betekenis ‘ad interim’, ‘tussentijds’, ‘voorlopig’,‘waarnemend’.
Enkele voorbeelden: adjunct-commissaris, adjunct-hoofd, aspirant-arts, aspirant-bewoner, chef-kokwedstrijd,interim-akkoord, interim-premier, interim-voorzitter, kandidaat-land, kandidaat-lid, kandidaat-rechter,
Let op: er komt geen liggend streepje wanneer het linkerlid niet de net genoemde functie heeft:
adjunctschap, aspirantschap, kandidaatsexamen, kandidaatstelling.
c. assistent, collega, leerling
Samenstellingen met assistent, collega, leerling krijgen alleen een streepje wanneer het tweede lid een beroepsnaam of functie aanduidt: de door het eerste lid genoemde heeft het beroep of de functie die door het tweede lid wordt genoemd.
Enkele voorbeelden:
assistent-arts, assistent-professor, collega-astronaut, collega-boer, leerling-kok,leerling-verpleegkundige, leerling-kleermakersclub Dus zonder streepje: leerlingbegeleider (begeleider van leerlingen)
d. meester
Samenstellingen met het element meester krijgen alleen dan een liggend streepje wanneer meester betekent ‘de meesterproef afgelegd hebbend, zelfstandig werkend’, of ‘hoofd van’ zoals in meester-architect, meester-glasblazer, meester-opzichter, meester-kok (hoofd van de koks, chef-kok).
De woorden meestergast en meesterknecht worden vanouds aaneengeschreven. In de volgende woorden is er geen reden voor een liggend streepje: meesterbrein, meestergraad, meesterplan, meesterdief, meesterkok (een buitengewoon goede kok).
e. commissie, ontwerp, proces, regering en dergelijke
Het betreft hier samenstellingen met een naam van een persoon als nabepaling. Er wordt een liggend streepje geschreven wanneer de persoonsnaam na een linkerlid als commissie, regering, werkgroep het belangrijkste lid van de door de verzamelnaam aangeduide groep benoemt, of wanneer de persoonsnaam na een linkerlid als ontwerp, proces, rapport, verslag, voorstel, wet, zaak de auteur, uitvoerder,inspirator e.d. noemt.
Enkele voorbeelden:
commissie-Davids, eindverslag-Van der Ven, interim-regering-Verhofstadt, proces-Vangeel, rapport-Van Kemenade, regering-Balkenende, voorstel-Ginjaar-Maas, werkgroep-Van Ginst-de Korte, wet-D’Hondt, wetsvoorstel-Bonte, zaak-Profumo