schrijven:verdeling_in_lettergrepen
Afbreekteken
- Wanneer: als het woord niet meer in zijn geheel op de regel past.
- Hoe: altijd tussen twee lettergrepen.
Tip: spreek langzaam het woord en je hoort het meestal al.
10 regels voor afbreken
- Tussen twee delen van een samenstelling: knuffel-beest, school-feest, groeps-excursie.
- Na een voorvoegsel: ont-dekken, her-overwegen, on-zeker.
- Voor achtervoegsel dat met een medeklinker begint én voor de achtervoegsels -achtig en -aard: werk-ster, fortuin-lijk, rood-achtig, lui-aard.
- Tussen twee klinkers die als losse klanken worden uitgesproken: be-amen, ge-uite, draai-en.
- Voor enkele medeklinker die middenin het woord staat - de ch telt voor één letter en gaat door naar het volgende woorddeel: de-len, ru-we, la-chen.
- Tussen twee medeklinkers die middenin het woord staan: tik-ken, wer-ken, rin-gen.
- Als er drie of meer medeklinkers middenin het woord staan, blijven rechts van het streepje zoveel medeklinkers bij elkaar als je uit kunt spreken: ek-ster, amb-tenaar, gun-stig.
- Woorden met het achtervoegsel -tje schrijf je soms anders als je ze afbreekt: strootje - stro-tje, parapluutje - paraplu-tje.
- Bij afbreken is een trema niet meer nodig: geëvenaard - ge-evenaard, financiële - financi-ele.
- Voor en na de x wordt niet afgebroken: boxen, faxen, exa-men, exo-tisch.
Niet-bastaardwoorden:
- Kunnen worden afgebroken na voorvoegsels: ab-ad-di-dis-im-in-sub (ab-normaal, ad-vies, im-port, sub-sidie)
- De y gaat naar volgend woorddeel: ro-yaal
- De qu wordt bij volgend woorddeel getrokken: aqua-duct, re-quisitie, re-quiem
schrijven/verdeling_in_lettergrepen.txt · Laatst gewijzigd: door 127.0.0.1