Je schrijft een persoonlijke brief aan een familielid, vriend of kennis als je iets wilt meedelen. Een persoonlijke brief wordt geschreven aan iemand met wie je geen zakelijke relatie hebt.

De persoonlijke brief van boven naar beneden:

1. De plaats- en datumvermelding

Je vermeldt de plaats waar je de brief schrijft en de datum waarop de brief geschreven wordt. Je zet een komma tussen de plaatsnaam en de datum.

2. De aanhef

In de aanhef spreek je de persoon of personen aan, aan wie de brief gericht is. Een persoonlijke brief begint natuurlijk niet met Geachte heer, of Zeer geachte mevrouw,. Een geschikte aanhef is bijvoorbeeld: Beste Hans, of Lieve Tineke, of Hallo vakgroep, . Achter de aanhef staat steeds een komma.

3. De brieftekst

De brieftekst bestaat uit drie delen. Elk deel is een alinea:

• De inleiding. De inleiding bestaat uit enkele zinnen, die de aanloop vormen tot de kern van de brief. Deze zinnen trekken de aandacht van de lezer.
• De kern. Dit deel is het belangrijkste van de brief. Hierin worden ook meestal de W-vragen beantwoord. Als je een lange persoonlijke brief schrijft, dan bestaat de kern zelf weer uit verschillende alinea's. In elke alinea behandel je een ander onderwerp.
• De slotzin(nen). Tot slot neem je in enkele zinnen afscheid van de lezer. je belooft weer snel te schrijven, je wenst hem nog een fijne vakantie, je vraagt of hij nog eens op bezoek komt.

4. De slotgroet

De slotgroet is het begin van de ondertekening. Er zijn verschillende mogelijkheden. Bijvoorbeeld: Tot schrijfs, Tot ziens, Heel veel groeten, Groetjes,. Achter de slotgroet staat steeds een komma.

5. De ondertekening

Onder de slotgroet staat de naam van de afzender. De afzender is degene die de brief schrijft. Dat ben jij dus. Het is voor de lezer gemakkelijk als onder je naam ook je adres vermeld staat.