Lijdende vorm en bedrijvende vorm
Een zin met een werkwoordelijk gezegde, kun je in de bedrijvende vorm (een actieve zin) of in de lijdende vorm (een passieve zin) weergeven. Laten we eens kijken naar de volgende zinnen.
- Jan onderhoudt de tuin van mijn zuster.
- De tuin van mijn zuster wordt door Jan onderhouden.
Zin 1 staat in de bedrijvende vorm. In deze zin is 'Jan' het onderwerp. Jan is de persoon die de handeling verricht. Het lijdend voorwerp in deze zin is 'de tuin van mijn zuster'.
Zin 2 staat in de lijdende vorm. Nu geeft het onderwerp ('De tuin van mijn zuster') aan wie (of in dit geval wat) de handeling ondergaat.
Kijk nog eens goed naar zin 2. Er vallen drie dingen op, namelijk:
- Waar 'de tuin van mijn zuster' in zin 1 nog lijdend voorwerp was, is dit zinsdeel nu onderwerp geworden.
- Er is een vorm van 'worden' of 'zijn' toegevoegd. In dit geval is dat 'wordt'. - Het woordje 'door' is erbij gekomen. Het is geplaatst vóór het woord dat in zin 1 nog onderwerp was (Jan). Daarmee heb je een bijwoordelijke bepaling aan de zin toegevoegd; je hebt extra informatie gegeven. - Let op! 'Worden' gebruik je in de onvoltooide tijden. 'Zijn' gebruik je in de voltooide tijden.
Bovengenoemde drie punten zijn dan ook je gereedschap om een actieve zin om te zetten in een passieve zin. Een voorbeeld:
De boer melkt de koe.
In deze zin is de koe het lijdend voorwerp, want: wie/wat + gezegde + onderwerp = de koe Maak nu een nieuwe zin waarbij je het lijdend voorwerp voorop zet. Je begint je zin dus met: De koe… Dit wordt dan meteen het onderwerp.
Vervolgens voeg je een vorm van 'worden' of 'zijn' toe. In dit geval nemen we het woord 'wordt'. Je krijgt dan:
De koe wordt… (De koe = onderwerp, wordt = persoonsvorm)
Voeg nu het woordje 'door' toe, gevolgd door de boer (het onderwerp in de actieve zin) .
Je hebt nu een bijwoordelijke bepaling toegevoegd (door de boer). Je hebt nu:
De koe wordt door de boer…
Nu hoef je er alleen nog maar het woord 'gemolken' achteraan te plakken. De passieve zin luidt dan:
De koe wordt door de boer gemolken. Je hebt de zin nu veranderd van een actieve zin naar een passieve zin.
Samenvattend kun je zeggen dat je een actieve zin (met lijdend voorwerp) kunt omzetten in een passieve zin door:
- het lijdend voorwerp voorop te zetten en het ook nog eens onderwerp te maken en…
- een vorm van 'worden' (onvoltooide tijd) of 'zijn' (voltooide tijd) toe te voegen en…
- het woordje 'door' voor het in de actieve zin zijnde onderwerp te plaatsen (je maakt er dus een bijwoordelijke bepaling van)