In de grammaticalessen ontdek je, hoe een zin in elkaar zit en wat de functie van de verschillende delen van de zin is. Bovendien leer je, welke woordsoorten er zijn. Deze grammaticale kennis heb je nodig bij het goed spellen en formuleren van het Nederlands.

Verder is inzicht in je eigen taal een belangrijk hulpmiddel bij het leren van andere talen. Bij de lessen Frans, Engels, Duits, Latijn en Spaans zal regelmatig een beroep worden gedaan op je grammaticale kennis. Grammatica wordt ook wel ontleden genoemd, oftewel: het in stukjes uit elkaar halen.

Als je op zoek gaat naar de zinsdelen, d.w.z. woorden of woordgroepen die een bepaalde functie in de zin hebben, noem je dit redekundig ontleden .

Onderwerp en lijdend voorwerp zijn voorbeelden van zinsdelen. Als je woord voor woord gaat benoemen, dan ben je op zoek naar woordsoorten, naar de soorten woorden die in de zin gebruikt zijn.

Dit noemen we taalkundig ontleden . Zelfstandig naamwoord en werkwoord zijn voorbeelden van woordsoorten.