Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


literatuur:romantiek

ROMANTIEK (ca. 1770 - 1880)

Omtrent 1770 begint er, ook onder de schrijvers, een nieuw, modern type mens te ontstaan: de romantische mens.

Deze verwerpt de strakke vormen en regels van het classicisme, ziet de klassieke auteurs niet langer als inspiratiebron en norm bij uitstek en legt - als reactie op het rationalisme - het accent op het gevoelsleven. Gevoel en fantasie worden uitgangspunt voor de kunst, en niet het verstand. De romantische mens is ook niet gelukkig met de tijd waarin en de plaats waar hij leeft. Hij heeft onvrede met het hier-en-nu.

Soms lijdt hij zelfs aan het leven en de wereld; men spreekt dan van Weltschmerz. Hij probeert zich daarom tegen het gewone leven af te zetten of hij vlucht, in zijn fantasie, uit dat leven, om het onbereikbare geluk te zoeken. Pessimisme overheerst daarbij (i.t.t. het optimisme van de verlichting).

In Nederland is de romantiek overigens nooit echt doorgebroken in de literatuur. Er zijn in feite maar twee belangrijke waarlijk romantische auteurs: Multatuli en Paaltjens.

Algemene kenmerken

De romanticus uit zijn gevoelens op de volgende manieren:

door non-conformisme: zich afzetten tegen het gewone leven.

Hij kiest dan voor:

  • 1. Individualisme, waarmee de romanticus anders probeert te zijn dan anderen en originaliteit en creativiteit in zijn werk brengt.
  • 2. Opstandigheid, waarmee de romanticus blijk geeft het niet eens te zijn met de bestaande opvattingen en protesteert tegen situaties die hij als verkeerd en onrechtvaardig beschouwt.

door escapisme: vluchten uit het gewone leven.

Hij kiest dan voor:

  • 1. Vluchten in de natuur, onaangetast, wild en nog niet door mensen bedorven.
  • 2. Vluchten in het verleden, vooral de roemruchte perioden uit de eigen cultuurgeschiedenis. (Vlucht in de toekomst komt veel voor bij buitenlandse auteurs: Jules Verne en Mary Shelley (Frankenstein)).
  • 3. Vluchten naar verre landen en exotische gebieden.
  • 4. Vluchten in de humor, niet zelden zwartgallige humor.
  • 5. Vluchten in het geloof: religieuze verdieping.
  • 6. Vluchten in de dood; soms letterlijk.

Let op: als er in de literatuurgeschiedenis sprake is van “romantisch”, dan bedoelt men daarmee: behorend tot de romantiek, of: met de kenmerken van de romantiek. “Romantisch” hoeft dus niets te maken te hebben met liefde, verliefdheid of overgevoeligheid.

Het begin van de romantiek (ca. 1770 - 1805)

Auteurs

1. Betje Wolff en Aagje Deken (ca. 1775): overgangsfiguren van de verlichting naar de romantiek. Hun opvoedkundige bedoelingen passen bij de verlichting, hun gevoel en humor horen bij de romantiek.

Hun bekendste werk is Sara Burgerhart, een roman in briefvorm, de eerste Nederlandse roman van belang. Zij schrijven veelal realistisch over gewone mensen.

2. Rhijnvis Feith (ca. 1800); de Nederlandse vertegenwoordiger bij uitstek van het sentimentalisme: een literaire stroming uit het begin van de romantiek, die gekenmerkt wordt door, naar ons idee, overdreven gevoeligheid.

In Julia wordt op zeer gevoelige wijze een tragische romance beschreven, temidden van de natuur en de dood.

3. Hiëronymus van Alphen (ca. 1775): werd en is bekend door zijn Kleine Gedigten voor kinderen, waarin de kinderen opgewekt worden tot een godsdienstig en deugdzaam leven.

Ontplooiing van de romantiek (ca. 1805 - 1830)

Auteur

A.C.W. Staring (ca. 1825): is vooral in de herinnering gebleven als schrijver van balladen: eenvoudige verhalende gedichten in coupletten, in middeleeuwse trant en vaak gebaseerd op folklore: oude zeden, gewoonten en gebruiken van een bepaald volk of in een bepaalde streek, terug te vinden in sagen, volksliederen, sprookjese.d. Hij is dikwijls humoristisch.

Bekend zijn Marco, over een ijdele versierder uit het middeleeuwse Napels, die in de problemen komt wanneer hij echt verliefd wordt, en de Jaromir-cyclus, vier gedichten over een student die later reizend monnik wordt en vreemde dingen beleeft bij zijn strijd met de duivel.

De volle romantiek (ca. 1830 - 1855)

Auteurs

1. Jacob van Lennep (ca. 1850) schreef vooral historische romans, romans die in het verleden spelen. Het grote voorbeeld voor schrijvers van historische romans was de Brit Walter Scott die o.a. Ivanhoe schreef.

Vb.: De roos van Dekama, een historische roman over de strijd tussen Graaf Willem IV en de Friezen.

Ferdinand Huyck, spelend in de 18de eeuw.

2. J.F. Oltmans (ca. 1850) schreef ook historische romans:

Vb.: Het slot Loevestein in 1570, een historische roman over de dood van Herman Ruyter die het slot liever de lucht in liet vliegen dan het over te geven.

De schaapherder, een verhaal uit de Utrechtse oorlog van 1481 - 1483.

3. Everhardus Johannes Potgieter (ca. 1850) wilde het Nederlandse volk verheffen uit de middelmatigheid via de literatuur uit en over het verleden, met name de Gouden Eeuw.

Hij was een der oprichters van het literair-cultureel tijdschrift De Gids(1837) dat nu nog bestaat. In dit tijdschrift stonden o.a. felle kritieken op literaire en culturele uitingen van onvoldoende niveau.

Vb.: Jan, Jannetje en hun jongste kind, een allegorie waarin het verval van Holland na de 17de eeuw wordt geschetst.

Onderweg in den regen, een gevoelvol beschreven novelle.

Hoe het weeuwtje uit het Hof van Holland gevrijd werd, een novelle over huwelijkskandidaten, de ware liefde en de zegeningen van de wetenschap.

4. Hendrik Conscience (ca. 1850) is een voorvechter van de VlaamseBeweging, een organisatie die de Vlamingen weer attent wil maken op de grote waarde van de eigen cultuur en de eigen taal. Hij greep terug naar de voor de Vlamingen roemrijke middeleeuwen.

Vb.: De leeuw van Vlaanderen, een historische roman rond de Gulden Sporenslag 1302; een strijd tussen de Vlamingen en de Fransen.

5. Anna Louise Geertruida Bosboom-Toussaint (ca. 1875) schreef Majoor Frans, een vroege emancipatieroman.

6. Nicolaas Beets (ca. 1850) die onder het pseudoniem (= schuilnaam) Hildebrand zijn beroemdste boek Camera Obscura schreef.

Het bevat humoristische verhalen en schetsen over de Nederlandse burgerij. Hij werd ook beroemd als dominee-dichter.

7. Johannes Kneppelhout (ca. 1850) schreef als Klikspaan geestig en realistisch over het Leidse studentenmilieu.

Vb.: Studententypen.

Studentenleven.

Naspel van de romantiek (ca. 1855 - 1880)

Auteurs

1. Multatuli (ca. 1875) wordt beschouwd als de belangrijkste Nederlandse auteur uit de 19de eeuw. Veel van zijn werk is autobiografisch getint. Zijn eigenlijke naam was Eduard Douwes Dekker; het pseudoniem Multatuli betekent: ik heb veel geleden (d.w.z. te dragen gehad, ondervonden).

Hij is een strijdbare romanticus die fel reageert op wat hem niet bevalt. Zijn stijl is modern en goed leesbaar in vergelijking met die van zijn tijdgenoten.

Vb.: Max Havelaar, over de wantoestanden in Indië.

Woutertje Pieterse, de geschiedenis van een openhartig jongetje in voortdurend conflict met de wereld der volwassenen.

2. Petrus Augustus de Genestet (ca. 1850) schreef o.a. humoristische gedichten.

Vb.: Sint-Nicolaasavond, over liefdesproblemen rond twee Sint-Nicolaasavonden.

3. Piet Paaltjens (ca. 1875) eigenlijke naam was François Haverschmidt. Humor en droefheid, een lach en een traan gaan vaak samen in zijn werk. Hij vond het leven zeer moeilijk, wapende zich ertegen door zijn bittere humor, maar pleegde tenslotte toch zelfmoord.

Vb.: Snikken en grimlachjes, gedichten met somberheid en geestigheid, melancholie (= zwaarmoedigheid), ironie en zelfspot.

literatuur/romantiek.txt · Laatst gewijzigd: door 127.0.0.1

Donate Powered by PHP Valid HTML5 Valid CSS Driven by DokuWiki