In elk boek komen belangrijke gebeurtenissen voor. Maak van 5 van deze gebeurtenissen een tekening en een onderschrift. Iemand die het boek niet kent moet nu een beetje begrijpen waarover het gaat.

In elk boek komen belangrijke plaatsen voor. Maak van zo’n plaats/ ruimte/ kamer een tekening in de vorm van een plattegrond.

Jouw boek heeft een titel gekregen van de auteur. Verzin nu zelf vijf andere titels voor het boek.

In een boek wordt een bepaalde spanning opgewekt. Leg uit hoe de spanning in het boek wordt opgebouwd.

Je wilt dat het door jouw gelezen boek beter wordt verkocht. Maak voor jouw boek een reclame campagne. Denk daarbij aan: een affiche, een sticker, een krantenadvertentie, een televisiespotje, enz.

Als je een boek hebt gelezen, dan kun je soms bij het boek een gedicht schrijven, zie de stencils van poëzie. Schrijf bij jouw boek een gedicht.

Je kunt natuurlijk ook een aantal bestaande gedichten zoeken bij jouw boeken. Zoek er minstens 5.

In jouw boek zit een bepaald tijdsverloop. Bij geschiedenis heb je het gehad over een tijdbalk. Maak nu voor jouw boek eens een tijdbalk.

Neem van je boek een spannend gedeelte en schrijf dit gedeelte nu over met een ander vertelperspectief.

Het boek dat je gelezen hebt heeft een slot. Maak nu een ander einde aan het verhaal van ongeveer 500 woorden.

Als je goed kunt tekenen kun je van een gedeelte van je boek een strip maken. Maak een korte strip(10 plaatjes) van een fragment uit je boek en leg uit waarom je juist dit gedeelte hebt gekozen om te tekenen.

Een collage is een verzameling van plaatjes, teksten, foto’s enz. Maak bij je boek een collage. Je zoekt je materiaal in tijdschriften.

Je kunt bij je boek ook een aantal foto’s maken. Maak 10 foto’s bij je boek en leg uit bij elke foto waarom je deze hebt gemaakt.

Je hebt in klas 1 en 2 gesproken over hoofd en bijpersonen. Noem de hoofdpersonen en vertel wat zij in het boek hebben geleerd of gedaan.

Ook met de computer kun je leuke dingen doen. Op school werken we met powerpoint. Maak een presentatie in PowerPoint over jouw boek. Verwerk en zo duidelijk mogelijk het verhaal in.

Je kent allemaal wel de poster uit westerns met WANTED. Maak voor de hoofdpersoon een poster. ( denk aan: tekening, gepleegde overtredingen, signalement, de beloning, enz.)

Je weet wat spreekwoorden zijn. Zoek bij het boek minstens 10 spreekwoorden en leg je keuze uit.

Als jouw boek zich heeft afgespeeld in een ander land kun je naar de cultuur kijken. Schrijf in 100 woorden op wat je te weten bent gekomen over de cultuur van het land.

Zoek bij het gelezen boek een songtekst. Leg uit waarom je vindt dat deze bij je boek past.

Tegenwoordig kun je “chatten” met de bekende auteurs op internet. Welke 5 vragen zou je aan de auteur willen stellen over zijn/haar boek?

Jij mag een prijs toekennen aan de auteur van je boek. Welke prijs zou je hem/haar toekennen en wat is je motivatie ?

Uit je boek kies je een held. Je beschrijft een aantal “heldhaftige” daden en legt uit waarom je dat “heldhaftig” vindt.

Bij een vak als geschiedenis en tekenen praat je over kunst en cultuur. Welke kunstwerken passen bij het boek dat je hebt gelezen ? Plak er een voorbeeld van bij.

Uit je boek neem je een persoon. Je schrijft een aantal dagboek bladzijden uit het leven van die persoon.

Van het boek wat je hebt gelezen wil je een filmscript maken. Maak van minstens 5 bladzijden een script. Zorg ook voor een goede “cast” bij je script. Leg uit waarom je hem of haar hebt gekozen.

Vergelijk je boek met de film die er van gemaakt is. Geef duidelijk de verschillen aan en welke onderdelen er gemist of toegevoegd zijn.

Probeer twee boeken te lezen over hetzelfde thema (oorlog, liefde, dood, enz. ) Ga nu deze twee boeken vergelijken met elkaar.

Neem een gedeelte uit je boek en herschrijf dit op een compleet andere manier.

Spannend=saai, romantisch=hard, netjes=grof, zedelijk=zedeloos, enz.)

Ieder boek heeft een omslag. De uitgever heeft geprobeerd de omslag bij het verhaal te laten passen. Jij bent het daarmee niet eens. Ontwerp een nieuwe omslag.

Onderzoek in je boek welke gebeurtenissen realistisch zijn en welke niet. Maak daarvan een kort verslag.

Je gaat een interview afnemen met de hoofdpersoon uit jouw boek. maak van tevoren de vragen en doe daarbij alsof de hoofdpersoon wordt geïnterviewd door een verslaggever. Neem tenslotte het interview op.

In je boek komen verschillende personen voor. Laat twee van deze personen brieven sturen aan elkaar. Schrijf minimaal drie van deze brieven.

Schrijf over een (deel) van het boek een krantenartikel. Denk daarbij aan de vorm van een artikel

Maak een eindtoets bij het boek dat je gelezen hebt. Gebruik daarvoor verschillende vraagsoorten. (5x waar/niet waar, 5x meerkeuzevragen, 5x open vragen, 5x enz.)

Een wat moeilijkere opdracht. Zoek bij het door jouw gelezen boek een songtekst waarvan jij vindt dat hij bij het boek past. Leg vervolgens uit waarom.

Maak de volgende uitspraken af en denk daarbij aan jouw boek: Door dit boek wens ik dat……, besluit ik om…….., vraag ik me af wat ……., zie ik in dat …….,voel ik dat ……., hoop ik dat ………., besef ik dat ……… (kies er 3 uit)

In jouw boek hadden allerlei gebeurtenissen kunnen voorkomen die het einde hadden kunnen veranderen. Schrijf zo´n gebeurtenis op en herschrijf vervolgens het einde van het boek.

Vergelijk twee personen uit een boek dat je gelezen hebt met elkaar. (zie schema )

(thuis, familie, goed in, interesses, opleiding, ambities, gedrag, persoonlijkheid)

Neem drie personen uit jouw boek en vertel welke ontwikkeling ze in het boek hebben doorgemaakt. Wat hebben ze geleerd of juist niet geleerd?