Sommige voornaamwoorden krijgen de ene keer een -n en de andere keer niet. Je kunt daarbij denken aan woorden als: beide, vele, weinige, meeste, laatste, sommige, alle, andere en enkele.
Om nu te weten wanneer je wel of niet een -n moet plaatsen, zijn er drie regels opgesteld. Ze luiden als volgt:
- Sommige van deze plannen zijn goedgekeurd - Er zaten heel veel muizen in de schuur. Enkele hadden een grijze vacht, andere een bruine.
a. Ik heb alle kinderen een taak gegeven. Enkele zagen dat niet zitten. b. De schoolkinderen werden over drie bussen verdeeld. De grote gingen in de eerste twee bussen, de kleine in de laatste bus.
a. Er waren duizend aanwezigen. Sommigen onder hen gingen vroegtijdig naar huis. b. Hij heeft veel beroemde mensen gezien, onder anderen de minister.
Bij regel 2a en 2b kun je achter het voornaamwoord het zelfstandig naamwoord 'kinderen' wederom plaatsen. Bij regel 3a en 3b wordt het voornaamwoord zelfstandig gebruikt. Je kunt in dat geval achter het voornaamwoord niet nog een zelfstandig naamwoord plaatsen.