1. Is de letter vóór de –en van het hele werkwoord een t – k – f – s – ch – p ?
Dan eindigt het voltooid deelwoord op een t.
Voorbeeld: hij heeft gekookt
2. Is de letter vóór de –en van het hele werkwoord geen t – k – f – s – ch – p ?
Dan eindigt het voltooid deelwoord op een d
Voorbeeld:
Geen vaste regels
Voorbeelden:
Er zijn voltooide deelwoorden met afwijkende schrijfwijze.
oa bij een voorvoegsel als be-, ont-, ge- en ver-