Staat het werkwoord voor een zelfstandig naamwoord, geeft het daarvan een eigenschap aan en staat het niet na “te”?
Dan is de schrijfwijze als volgt.
Regel: voltooid deelwoord + e
Voorbeelden: de gekookte groente het verwachte probleem
Een volt. dlw als bijv. nmw. kan ook zonder e. Voorbeeld: een verwacht probleem
eindigend op –en
Voorbeelden:
eindigend op –e Voorbeelden:
In verband met de uitspraak komt soms verdubbeling van t of d voor.
Voorbeelden: de verrotte appel, het geredde kind
Bij andere bijvoeglijke naamwoorden moet je soms geen verdubbeling van de klinker toepassen.
het gedode konijn (niet “gedoode”), de verbrede winkelstraat (niet “verbreede”)