De tussenletter -s

In een aantal samenstellingen en afleidingen wordt achter aan het eerste deel – ongeacht zijn woordsoort – een zogenaamde tussenklank /s/ geschreven.

Wanneer die gehoord wordt, wordt hij ook geschreven. Een paar voorbeelden:

De regel geldt ook wanneer het linkerdeel uit een woordgroep bestaat. Voorbeelden:

Let op: bij een aantal samenstellingen en afleidingen bestaan twee varianten, een zonder en een met tussenklank /s/.

Voorbeelden:

—-

Er zijn vier specifieke gevallen.

a Schrijf in samenstellingen en afleidingen waarbij het linkerdeel niet op een sisklank eindigt en het tweede niet met een sisklank begint, alleen dan een

verbindings-s wanneer een /s/ wordt gehoord. Sisklanken zijn: /s/, /z/, /S/, /Z/.

Enkele voorbeelden:
dorpskern, etenstijd, gebruiksaanwijzing, meningsverschil, vaardigheidstraining,vakbondsactie, vierentwintiguursdienst, waarheidsgetrouw, wetenschapsbeleid

Dus geen -s in:


b Schrijf in samenstellingen en afleidingen waarbij het linkerdeel op een sisklankeindigt
en het tweede deel met een sisklank begint, geen verbindings-s.

Enkele voorbeelden:


c Schrijf in samenstellingen en afleidingen waarbij het linkerdeel op een sisklankeindigt,
maar het tweede niet met een sisklank begint, geen verbindings-s.

Enkele voorbeelden: kaarsvet, kaasfabriek, koortsthermometer, onderwijsinstelling, succesnummer


d Schrijf in samenstellingen en afleidingen waarbij het linkerdeel niet op een sisklank eindigt, maar het tweede wel met een sisklank begint, alleen dan een verbindings-s wanneer de aanwezigheid van de /s/ blijkt uit een vergelijkbaar geval waarbij het tweede deel niet met een sisklank begint.

Enkele voorbeelden:

Dus geen verbindings-s in bodemschat, boomsoort, werkschema, mengsel, werkster

Soms zijn er twee vormen mogelijk.

In dat geval worden beide spellingen, met en zonder verbindings-s, geaccepteerd.

Een voorbeeld: raadzaal of raadszaal: raadzaal wegens raadgever, raadkamer, maar raadszaal kan eveneens wegens raadskelder, raadsman.