Inhoud

Werkwoorden en hun schrijfwijze

STAP 1

Is het werkwoord te veranderen in tijd? Nee: ga naar stap 2 Ja: het is de persoonsvorm

In welke tijd staat de persoonsvorm?

STAP 2

Is het werkwoord gecombineerd met een van de hulpwerkwoorden zijn, hebben of worden?

Nee; ga dan naar stap 3 Ja; het is een voltooid deelwoord

STAP 3

Staat het werkwoord voor een zelfstandig naamwoord, geeft het daarvan een eigenschap aan en staat het niet na “te”?

Nee: ga dan naar stap 4 Ja: het een voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt.

STAP 4

Staat het werkwoord na “te”of wordt het gecombineerd met een vorm van de hulpwerkwoorden zullen, kunnen, mogen, moeten, willen, laten, blijven of gaan?