Voor zowel de hoofdtelwoorden als de rangtelwoorden in woorden gelden de
volgende regels:
a. alle gehele getallen tot duizend worden aaneengeschreven;
b. in gehele getallen groter dan duizend waarin het woord duizend voorkomt, komt er
een spatie na het woord duizend;
c. er komt een spatie voor en na zelfstandige naamwoorden als miljoen, miljard
(duizend miljoen), biljoen (miljoen tot de 2e macht), triljoen etc.
Enkele voorbeelden:
vijfhonderdzevenendertig, twaalfhonderdvier, twaalfhonderdenvier, veertienhonderdtweeënnegentig, zevenhonderdduizend, drieduizend vijfentwintig, zevenduizend twee, zevenduizend en twee, honderdzevenentwintigduizend driehonderdzeventien, negenhonderdnegenenveertig miljoen achthonderdtweeëntwintigduizend honderddrieëntwintig, twee miljoen;
tweede, zevenduizend en tweede, negenhonderdnegenenveertig miljoen achthonderdtweeëntwintigduizend honderddrieëntwintigste, twee miljoenste
Vergelijk: tien miljoen bezoekers, de tien miljoenste bezoeker 10 miljoen bezoekers, de 10 miljoenste bezoeker
Breukgetallen worden altijd met een spatie geschreven, behalve wanneer ze lid zijn van een samenstelling zoals in tweederdemeerderheid.
Enkele voorbeelden: een derde, drie vierde van de leden, drie kwart van de bezoekers, vier vijfde van je loon, achttien eenentwintigste Bij een teller groter dan één staat de noemer in de meervoudsvorm wanneer de delen afzonderlijk worden beschouwd. Voorbeeld: vier vijfde van je loon = 80% van je loon vier vijfden van je loon = vier delen van elk 20%
In al deze woordgroepen worden spaties geschreven.
Voorbeelden: vier en een derde miljoen auto’s drie en een half jaar, vijf en een halve kilometer, drie en een halve maand drie en een kwart miljoen bezoekers, twee en een kwart liter twee en een half miljoenste auto, half miljoenste internetabonnee, kwart miljoenste bezoeker Wanneer zo’n woordgroep als linkerdeel in een samenstelling wordt ingebed of wanneer er een samenstellende afleiding mee wordt gevormd worden liggende streepjes geschreven.
Voorbeelden: twee-en-een-halvecentstuk, twaalf-en-een-halfjarig bestaan Let wel: het getal wordt in combinaties met half zonder spaties geschreven wanneer het element en niet met volle klinker /E/ zoals in het voegwoord wordt uitgesproken maar met sjwa.
Voorbeelden: vierenhalf jaar, tweeënhalf maand, drieënhalfjarig In letters geschreven breukgetallen worden in het linkerlid van een samenstelling aan elkaar geschreven.
Voorbeelden: tweederdemeerderheid, drievierdemaat, driekwartsmaat, viervijfderegeling Let wel: we schrijven driekwart aaneen wanneer het als bijvoeglijk naamwoord bij een volgend zelfstandig naamwoord functioneert: driekwart minuut, driekwart eeuw, driekwart procent.
Bij rangaanduiding in cijfers worden de achtervoegsels -de en -ste geschreven als -e, -de of -ste.
De rangtelwoorden in de vorm van cijferwoorden krijgen geen apostrof. Enkele
voorbeelden: 12e, 12de, 117e, 30e, 30ste 23e, 23ste, 40e, 40ste, 3e, 3de, 1e, 1ste, 105e Aan de noemer van een breuk in cijfers wordt geen achtervoegsel toegevoegd: 4/5, 18/21.
Wanneer het linkerdeel van een samenstelling een woordgroep is die met een cijfer (hoofd- of rangtelwoord) begint, wordt de spatie van de woordgroep in de samenstelling bewaard.
Linker- en rechterlid worden aan elkaar geschreven.
Voorbeelden: 1 aprilgrap, 4 sterrengeneraal, 24 uursservice, 50 eurobiljet 24 uursurine, 12 afleidingen-ecg 2e fasestudent, 3e klashavist, 4de rangsmuzikant, 19e eeuwarchitectuur
In samenstellende afleidingen met een cijfer wordt een koppelteken geplaatst.
Voorbeelden: 80-jarige ([80 jaar] + ig]), 3-duims, 40-urig
De spatie van de woordgroep wordt eveneens bewaard wanneer het linkerdeel van de samenstelling een woordgroep is die op een cijfer eindigt. Wel wordt een liggend streepje geschreven in de verbinding met het rechterlid.
Voorbeelden: BBC 1-programma, havo 4-party, koolstof 14-methode, top 10-lijst, web 2.0-toepassing, formule 1-race, type II-fout