De apostrof wordt ook wel weglatingsteken of afkappingsteken genoemd. De apostrof staat op de plaats van het woorddeel dat is weggelaten. Wanneer gebruik je de apostrof?
Als de eigennaam eindigt op een sisklank (s, x of z: Toos' diploma, Marnix' nieuwe fiets, Lopez' marathon)
Als aaneenschrijven tot een verkeerde uitspraak leidt (regio's i.p.v. regios, accu's i.p.v. accus)
Om de weglating van enkele letters uit een woord te verantwoorden ('s morgens, in z'n eentje, 't komt voor)
Bij meervouden en tweede naamvallen, eindigend op -a, -o, -u, -i, -y (piano's, ski's, paraplu's, baby's, Anja's, Otto's)
Om verkleinwoorden aan te geven (hobby'tje, baby'tje)
Om meervouden, tweede naamvallen en verkleiningsvormen en afleidingen te begrenzen van afkortingen en letterwoorden (BV's, heao's, VVD'er, NS'er, PC'tje)