Leestekens hebben 2 functies: het verduidelijken van het verband tussen de delen van een zin en ze voorkomen verkeerd lezen. En het maakt een verzorgder indruk.
- Gebruik je na een bevel of uitroep (Kom onmiddellijk hier! Alle hens aan dek!)
- Gebruik je om een vragende zin af te sluiten (Hoe laat is het?) Dit doe je alleen bij directe vragen. Bij indirecte vragen plaats je geen vraagteken (Jan vroeg hoe laat het was.)