Antecedent

Heel veel bijzinnen slaan terug of hebben betrekking op een zelfstandig naamwoord. Zulke zinnen heten bijvoeglijke (ook wel betrekkelijke) bijzinnen.

Dergelijke bijzinnen beginnen met een betrekkelijk voornaamwoord, meestal 'die' of 'dat'.
Het zelfstandig naamwoord waarop de bijzin betrekking heeft, heet antecedent.

Een paar voorbeelden:

De jurk die Ria gekocht had, was snel kapot.
'die Ria gekocht had' (de bijzin) slaat terug op ' jurk' (het antecedent).

Het huis dat hij kocht, verkeerde in goede staat.
'dat hij kocht' (de bijzin) slaat terug op 'huis' (het antecedent).