HET TIJDSCHRIFT "FORUM" ea

~~UNDERCONSTRUCTION~~

“Forum”: de eerste jaargang

In het tijdschrift Forum (1932-1935) wordt de “vorm-of vent”-gedachte al in het eerste nummer uitgewerkt. De persoonlijkheid (d.i. de “vent”) wordt hét criterium (= uitgangspunt) bij de beoordeling van een kunstenaar. Multatuli is de toetssteen voor werkelijke grootheid. Polemiek (= strijd) is het credo (= de geloofsbelijdenis) van de redactie (Ter Braak, Du Perron en Maurice Roelants (1895-1966)). Dogmatiek (= vaste regelgeving) wordt verworpen. Grote woorden ook. Een vent maakt de vorm ondergeschikt aan wat hij te zeggen heeft.

Ter Braak en het proza dat hij afwees

Ter Braak richt zich vooral tegen het gemoedelijke “huiskamerrealisme” van de psychologische roman, de nabloei van het naturalisme zoals die geëtaleerd (= getoond) wordt in de “damesromans” (romans van dames als Ina Boudier-Bakker), waarin het burgerlijk familieleven domineert (= de hoofdzaak is).

Het moderne van Ter Braak en Du Perron

Dit ligt vooral in:

1.intellectuele (= verstandelijke) flexibiliteit (= soepelheid), waarvoor m.n. prozavormen die reflectie (= overpeinzingen) vereisen, geschikt zijn (brief, dagboek, essay);

2. scepsis (= twijfel) jegens verstarrend taalgebruik;

het cultiveren (= op hoog niveau van beschaving brengen) van ironie.

De beide auteurs behoorden tot de eersten die het gevaar van het nazisme onderkenden en het bestreden. De politieke situatie was beslissend voor de overwinning van de “vent” in het “vorm-vent-debat”.

Arthur van Schendel (1874-1946)

In zijn oeuvre is er een ontwikkeling van neoromantisch werk in het begin van deze eeuw (o.a. Een zwerver verliefd en Een zwerver verdwaald) met leeftijdloze hoofdfiguren, met een vaag verleden en in een vage ruimte (“het zuiden”) en een vage tijd (“de middeleeuwen”) - “de eerste periode” - naar de “Hollandse romans”, in de jaren '30, spelend in een burgerlijk milieu, met realistische beschrijvingen, nauwkeurige plaatsaanduidingen en de invloed van een onontkoombaar noodlot.

Bordewijks en Elsschots beknoptheid

De compacte (= opeengedrongen) stijl van Ferdinand Bordewijk (1894-1965) en Willem Elsschot (1882-1960) waardeert Ter Braak, in contrast met die van de huiskamerroman. Deze stijl van schrijven wordt gekenmerkt door:

De term die hiervoor gebruikt wordt, is functionalisme of nieuwe zakelijkheid.

Naast zakelijkheid is er in Bordewijks werk ook sprake van grillige beeldspraak: het groteske (= belachelijke), fantastische of surrealistische (= op de werkelijkheid gericht, maar met beelden uit het onderbewuste), met als kenmerken: karikaturen (= spottende overdrijvingen van bepaalde eigenschappen), satiren (= bespot-tingen), dromen en visioenen. De thematiek is samen te vatten als: ondeugd of de overdrijving van deugd voert tenslotte tot de ondergang.

De hoofdpersonen zijn vooral dragers van ideeën (net als bij Van Schendel).

In het oeuvre van Elsschot domineren vooral het alledaagse leven en de harde zakenwereld. Met ironie en cynisme weet Elsschot het bedrog te ontmaskeren. Veel van zijn boeken zijn autobiografisch.

Het prozawerk van een enkele auteur (Marsman, Felix Timmermans (1866-1947)) vertoont kenmerken van het vitalisme, een stroming met:

1. vitaliteit (= levenslust);

2. idealisering van de jeugd;

3. interesse in techniek.

Een schrijver die functionalisme, vitalisme en realisme combineert in zijn werk is A. den Doolaard (1901-1993).

Vestdijk

Angst is het wezen van Vestdijks schrijverschap in de beginperiode

(Terug tot Ina Damman (1934) en Meneer Visser's hellevaart (1936)).

Ter Braak en Du Perron bewonderden Vestdijk.