Elke tekst heeft alinea’s. In geschreven tekst : begin alinea springt iets in, laatste drukregel niet vol gemaakt. In gesproken tekst : kleine pauze.
Belangrijkste mededeling/bewering (kernzin) en uitwerking daarvan. Kernzin staat vaak/meestal begin alinea.
Kernzin staat op opvallende plek (1e zin/laatste zin). In langere alinea’s wordt kernzin voorafgegaan door inleidende zin.
Af en toe staat kernzin in het midden, of bevat het 2 of geen kernzinnen (maak er dan zelf een).
“Eerste 2 beginwoorden …….…laatste 2 slotwoorden.” Elke tekst heeft een onderwerp; meestal met 1 woord of enkele woorden te beschrijven. Te vinden door naar kernzin te kijken.
Onderwerp van hele tekst zoeken (let op titel, inleiding en slot.)
Hoofdgedachte is 1 zin die je zelf onder woorden moet brengen. Kijk naar titel, inleiding, slot en kernzinnen.
Elke zakelijke tekst bestaat uit 3 delen:
Elk deel heeft een eigen functie
De inleiding heeft 5 functies:
In het middenstuk (de kern) wordt de hoofdgedachte uitgewerkt in een aantal deelonderwerpen. Meestal: elk deelonderwerp in 1 alinea.
Het slot heeft tot doel de tekst af te ronden. Er zijn daarvoor 2 manieren: