De auteur gaat van een algemeen beeld naar een detail.
informatieverdeling: kennisvoorsprong: de lezer weet zaken die de personages niet weten
kennisachterstand: met verlangen uitzien naar de ontknoping
vertraging: door dialogen of innerlijke bespiegelingen.
lege plekken in het verhaal: de schrijver vertelt niet alles, maar laat lezer nadenken of de kans om zelf in te vullen. Indien zoiets op het einde van een verhaal voorkomt spreken we van een open einde. Indien alles netjes wordt uitgelegd: een gesloten einde.