Een aantal verschillen tussen proza en poëzie is:
Proza | Poëzie |
---|---|
Tekst verdeelt in alinea’s, die uit zinnen bestaan | Tekst verdeelt in strofen (coupletten), die uit versregels bestaan |
Regels worden volgemaakt | Regellengte wisselt |
Nadruk op gebeurtenissen | Nadruk op gevoelens |
Geen rijm | Soms rijm |
(wat gelezen moet worden) Legenden zijn godsdienstige verhalen, die voornamelijk in de middeleeuwen zijn ontstaan. De hoofdpersoon is meestal Christus, Maria of een heilige. Er gebeuren altijd wonderen in. (mirakels)
(gesproken woord) Mythen zijn gefantaseerde verhalen over goden, reuzen, dwergen en andere wonderlijke wezens. Ze zijn ontstaan uit de neiging van mensen om natuurkrachten en verschijnselen die niet begrepen werden te verklaren.
(zeggen) Een sage is een oud volksverhaal met vaak een kern van waarheid. Om die historische kern heen zijn na verloop van tijd veel onwaarschijnlijke voorvallen gefantaseerd. De fantasie van de mensen heeft het historische feit vaak zo verborgen, dat de ware gebeurtenis niet meer te achterhalen is.
(spreken) Sprookjes zijn eenvoudige, volledig gefantaseerde vertellingen, waarin zelfs dieren en plantenen en dode dingen menselijke eigenschappen kunnen hebben.
Er zijn volkssprookjes en cultuursprookjes.
Volkssprookjes zijn van ouder op kind doorverteld, waarbij het verhaal voortdurend veranderde, maar de eigenlijke inhoud bewaard bleef.
Kenmerken:
1. Tijd en plaats zijn vaag (er was eens, lang geleden) 2. Er gebeuren wonderlijke dingen door toverkracht 3. Tegenstelling spelen een belangrijke rol 4. Inhoud en taalgebruik zijn eenvoudig, voor iedereen te begrijpen.
Volkssprookjes zijn door een aantal mensen verzameld: a. Sprookjes van moeder de gans – Charles Perrault b. Kinder und Hausmarchen- de gebroeders Grimm c. Duizend en een nacht-
Cultuursprookjes zijn ontstaan uit de fantasie van een bepaalde schrijver. De bekendste auteur van sprookjes is de Deense schrijver H. C. Andersen.
Religieus | Niet religieus | |
---|---|---|
Fantasie | Mythe | Sprookje |
Historische kern | Legende | Sage |
Fabels zijn korte, gefantaseerde verhalen waarin de figuren (dieren) ons een praktische levensles willen leren (de moraal). De meest beroemde schrijver op dit gebied is de Fransman Jean de la Fontaine.
Parabels zijn gefantaseerde verhalen waarin de figuren (mensen)ons een godsdienstige les of goede eigenschap willen leren. Het woord parabel betekent “vergelijking”. In de Bijbel, vooral in het Nieuwe testament, komen veel parabels of gelijkenissen voor.
Een epos is een verhaal, vaak in de vorm van een gedicht, waarin de avonturen van een held worden beschreven. Als met dierfiguren een menselijke wereld wordt nagebootst en er is ook een dierlijke held dan spreken we van een dierenepos.
Bovenstaande begrippen zijn van toepassing op proza. Een enkele keer komen mythe, fabel en het epos ook wel in dichtvorm voor, maar het blijft epiek!
In een verhaal worden in een kort bestek gebeurtenissen of toestanden beschreven. Dat kan op realistische of humoristische wijze gebeuren. Een novelle zou je een uitgebreid verhaal kunnen noem, of een roman in het klein. Een roman was in de middeleeuwen een werk geschreven in het Romaans, de taal van het gewone volk. Alle wetenschappelijke werken werden toen in het Latijn geschreven.
Tegenwoordig maken we het volgende globale onderscheid tussen roman en novelle:
NOVELLE | ROMAN |
---|---|
enkelvoudig thema, een probleem | samengesteld thema |
de hoofdfiguren zijn “typen”, alleen een beschrijving van enkele hoofdkenmerken | uitvoerige beschrijving van de hoofdfiguren |
weinig personen | veel personen |
meestal kort | uitgebreid |
speelt zich (meestal) af in een korte tijdsperiode | speelt zich meestal over een langere tijdsperiode af |
In de historische roman wordt de inhoud ontleend aan de geschiedenis. Zo’n verhaal kan op ware, historische gebeurtenissen berusten, maar het kan ook volledig gefantaseerd zijn. De schrijver probeert in ieder geval de sfeer van een bepaalde tijd goed uit te laten komen.
Het verhaal speelt zich af in een bepaalde streek van bijvoorbeeld Nederland. De tekst is voor een deel vaak in het dialect van die streek geschreven. Meestal is in zo’n roman niet een figuur de hoofdpersoon, maar een hele dorpsgemeenschap.
In een psychologische roman gaat het niet zozeer om de gebeurtenissen, als wel om de manier waarop de hoofdpersoon de gebeurtenissen beleeft. De nadruk ligt op de gevoelens en gedachten van de romanfiguren. Vaak verandert het karakter van de hoofdpersoon in de loop van het verhaal.
De schrijver beschrijft het wel een wee van een hele familie (soms generaties lang) in een bepaalde tijd.
Een SF verhaal beschrijft de toekomst, zoals die er volgens de schrijver uit zou kunnen zien. Wetenschaop en techniek spelen daarbij een belangijker ol.
In een tendensroman verdedigt of bestrijdt een schrijver een bepaalde mening of situatie. Door het schrijven van een boek probeert de schrijver “aanhangers”voor zijn ideeen te winnen.
Het hoofdprobleem van het verhaal is een misdaad, die opgelost moet worden. Er zijn verschillende soorten misdaadromans:
De bovenstaande indeling is gemaakt op grond van de inhoud van de verhalen. Als je let op de manier waarop de schrijver aan zijn gegevens voor het verhaal is gekomen maken we de volgende indeling:
De tekst van een toneelstuk is heel anders opgebouwd dan de tekst van een boek. De rollen van de spelers worden voorafgegaan door hun naam. Er staan aanwijzingen in voor de houding en de inrichting van het toneel.
Toneelstukken zijn in verschillende delen te verdelen:
Een toneelstuk wordt bedacht door 2 personen:
Wie werken er in of bij een toneelstuk?
We kennen een aantal vormen van toneel: tragedie of treurspel en een komedie of blijspel.